Auteur: Ronald Bouwman

Amsterdam 21 februari – Vandaag maakte het organisatiecomité voor de Olympische Spelen van 2024 bekend dat zowel honkbal als softbal in Parijs niet op het programma zullen staan. Volgers van deze site weten al wat ik ervan vind want een klein jaar geleden heb ik al uitgelegd waarom ik vind dat honkbal helemaal geen Olympische sport is.
Begin december voorspelde [...]

Doha, 11 februari 2019 – Maar goed dat ik ook de url www.7innings.nl geclaimd heb was m’n eerste gedachte. Maar deze tussenkop in een bericht op de website van de wereld honkbalbond WBSC mag met een korreltje, of zeg maar een lepel, zout genomen worden, bleek bij navraag bij het bondsbureau.
Wat er wel bedoeld wordt is dat de wedstrijden op alle jeugdtoernooien, en dan specifiek de WK’s, over 7 in plaats van 9 innings gespeeld zullen gaan [...]

Mombasa, 6 februari 2019 – Op 23 januari presenteerde de KNBSB de plannen voor 2019, 2020 en 2021 voor de kersverse Topklasse. De 12 teams die in 2019 in deze klasse spelen waren uitgenodigd de bijeenkomst in Nieuwegein bij te wonen.
Nadat de Overgangsklasse clubs het plan OK2020 getorpedeerd hadden moest er een alternatieve oplossing voor de problemen bedacht worden. Er zijn [...]

=&0=&
Dat werd me ook wel weer pijnlijk duidelijk toen ik de tien best gelezen stukken van deze site van afgelopen jaar op een rijtje zette (onderaan dit stuk), maar eigenlijk al een paar weken eerder, toen er op het KNBSB Congres wéér geen echte veranderingen werden aangekondigd.
Hoe goed de bedoelingen van iedereen ook mogen zijn, het leidt allemaal niet tot de pijnlijke maar noodzakelijke beslissingen die genomen moeten worden. Sommige mensen zeggen misschien ‘nog niet’, maar als je kijkt naar hoe hard het ledenaantal daalt en hoeveel problemen dat overal veroorzaakt, dan kunnen we ons het woordje ‘nog’ eigenlijk helemaal niet meer permitteren.
Maar zolang we het succes van het Nederlandse honkbal laten bepalen door of we wel of niet naar de Olympische Spelen gaan, door of we wel of niet Europees Kampioen worden, door of we wel of niet bij de laatste vier op de World Baseball Classic eindgen of door of we wel of niet in de Top 10 (of 20) van de WBSC staan, dan blijven we afstevenen op de afgrond. Het succes van het Nederlands Team is als de morfine voor een terminale patiënt. Het honkbal gaat langzaam dood, maar wow… het voelt goehoed!
Het talent dat van Curaçao en Aruba komt en niet hier in Nederland speelt of gespeeld heeft zorgt er ook meteen voor dat onze sport, onze precaire situatie, onmogelijk te vergelijken is met andere sporten in andere landen.
Als we het hebben over de duur en snelheid van de wedstrijd dan kijken we naar alle capriolen die ze in Amerika uithalen om de wedstrijd een paar minuten korter te maken. Niet meer uit het slagperk stappen, de catcher die nog maar zes keer per wedstrijd met de werper mag gaan praten, de pitch clock in de Minor League etc. etc. Allemaal prima ‘medicijnen’, maar de ziekte waar ze in Amerika aan lijden heeft niets, maar dan ook niets, met onze kwaal te maken. Alle maatregelen die daar genomen worden zijn primair om ervoor te zorgen dat het publiek naar de stadions komt, maar veel meer nog om mensen aan de buis gekluisterd te houden. De meest opzienbarende ingreep die gedaan is afgelopen jaar was dan ook het aantal seconden voor commercials tussen de innings terugbrengen.
Een ander Nederlands probleem is de dominantie van Curaçao Neptunus en L&D Amsterdam in de Hoofdklasse. Als je de Hoofdklasse weer aantrekkelijk wil maken om in te spelen én om naar te kijken moet daar verandering in komen. Mensen die de huidige situatie niet als een probleem zien maken graag de vergelijking met de Eredivisie. Ajax, PSV en een beetje Feijenoord, dan heb je het wel zo’n beetje gehad*, dat zijn de kampioenen, de andere 15 zijn kansloos. Maar ook die vergelijking gaat om verschillende redenen niet op. Ten eerste zijn er in de ranglijst van de Eredivisie veel meer plekken dan alleen de eerste die interessant zijn voor de clubs, toeschouwers** en spelers. Als je bij de eerste zeven komt dan kun je namelijk Europa in, en dat geldt ook voor de winnaar van de beker. Maar belangrijker nog, de KNVB heeft meer dan een miljoen leden! Er is helemaal geen probleem. Ok, al onze in Nederland opgeleide toptalenten worden weggekocht en gaan in de grote Europese competities spelen, maar hun eerste jaren kunnen we ze gewoon bij onze clubs zien spelen en zien ontwikkelen, en in veel gevallen sluiten ze hun carrière ook weer af op de Nederlandse velden. Er valt in Nederland op voetbalgebied in ieder geval genoeg te genieten, ook in de media.
Dan het Nederlandse hockey. Ook daar houdt de vergelijking al héél snel op bij het huidige ledenaantal. De 19.809 van de KNBSB steekt namelijk schril af tegen de 254.032 die in het jaarverslag 2017 van de KNHB is terug te vinden. Alle problemen die er bij het hockey zijn zullen voor onze sporten aanvoelen als luxeproblemen. De mogelijkheid om regels aan te passen om het spel te versnellen, daar zouden we een voorbeeld aan moeten nemen hoor ik weleens, maar ook daarvoor geldt dat de situatie anders is. De Nederlandse hockeycompetitie is één van de belangrijkste en beste competities ter wereld, maar ook hier doen we gewoon wat er in alle andere landen ook gebeurt. “De spelregels van hockey in Nederland worden opgesteld door de KNHB. De KNHB volgt hierin over het algemeen de internationale regels van de International Hockey Federation (FIH)” aldus hockey.nl, het platform van de KNHB.
Maar wie hockey zegt ontkomt er niet aan om ook even goed naar het Belgische hockey te kijken. Want daar is wel iets heel bijzonders gebeurd. En dan maak ik niet dezelfde fout door hier meteen alleen maar euforisch te doen over de Red Lions die in India Nederland versloegen en daarmee wereldkampioen werden. Nee, want hoe bijzonder dat ook mag zijn, dat is niet de prestatie van het Belgische hockey, dit is veel meer nog het gevolg van de prestatie. De prestatie is namelijk de ledengroei van de Belgische hockeybond van een krappe 15.000 in 2005 naar bijna 50.000 in 2018. Uiteindelijk zorgt een brede basis voor prestaties op het hoogste niveau. Dat was eigenlijk nóg beter dan op het afgelopen WK te zien op de Olympische Spelen van 2016 waar de Belgen zilver wonnen. Op dat moment speelde bijna alle spelers van het nationale team ook nog gewoon bij hun club in België. Inmiddels speelt een groot aantal van die jongens in Nederland, maar in België vinden ze dat niet héél erg want een nieuwe generatie toppers wordt al klaargestoomd.
Bondsvoorzitter Marc Coudron zegt daarover “We zijn de laatste jaren vooral bezig geweest om een goede en gezonde infrastructuur neer te zetten, met onder meer goede trainers voor iedereen. Juist om te voorkomen dat we na deze goede generatie met een woestijn te maken krijgen.”
Maar ook de spelers uit deze gouden generatie zijn bezig met de toekomst van het hockey in België. Zo maakt aanvoerder Thomas Briels zich zorgen over het gebrek aan spitsen en zegt daarover “Wij willen een team achterlaten voor de toekomst, het Belgisch hockey moet meer zijn dan een gouden generatie. Maar ik denk dat de bond inmiddels professioneel genoeg is om het niet zover te laten komen.”
En daar ligt dan ook de sleutel. Dit is de spijker op z’n kop, dit is waar het om draait. Let daarbij ook even op wie het zegt en waar de verantwoordelijkheid ligt. Het gaat dus over de bondsvoorzitter en niet over de technisch directeur en over de bond en niet de bondscoach die verantwoordelijk zijn voor het succes. En het succes op de grote toernooien is dus een gevolg van het echte succes, het succes in België zelf, de groei van van 55 naar 95 clubs en van 15.000 naar 50.000 leden.
Gelukkig hebben we dit jaar bij de KNBSB een nieuwe voorzitter en een nieuwe structuur. Zij moeten in staat zijn de noodzakelijke maatregelen te treffen en daarbij af te kicken van de morfine, af te kicken van het succes van het Nederlandse Team, en ja, dat gaat dus pijn doen, sportief en financieel. Maar als we dat niet doen dan is het honkbal ten dode opgeschreven. Maar ik hoop dat de bond inmiddels professioneel genoeg is om het niet zover te laten komen…
Hieronder de tien meest gelezen stukken van het afgelopen jaar. Net buiten de top 10, maar wel verreweg het langst gelezen (gemiddeld 8 minuten en 27 seconden) staat het stuk Alleen struisvogels en topsporters zijn nog met topsport bezig.
1. Voorkomt het nieuwe bestuur deze kapitale blunder, of gaat het licht echt uit?
2. KNBSB dreigt met ‘vervolgstappen’ wegens laster
3. Falende bestuurders moeten hun conclusies trekken
4.
KNBSB
[...]

=&0=&
Het begon zaterdag natuurlijk met het KNBSB Congres. Voor wie mijn verslag over het congres gelezen heeft zal het geen verrassing zijn dat ik nogal teleurgesteld ben over de uitkomst. Het ledenaantal blijft dalen, en hard ook, en er is nog steeds geen bereidheid om écht iets te veranderen aan het beleid.
Maar dat gevoel parkeer ik even want er gebeurde dit weekend meer dan het gekrakeel over het beleid en de begroting. Er werd tijdens het congres namelijk ook een aantal prijzen uitgereikt aan mensen die het afgelopen jaar wél het verschil gemaakt hebben. En dat verschil werd niet gemaakt in vergaderzaaltjes of op de sociale media.
Zo kreeg Martin Evers van HSV Catch de Award voor de Verenigingsofficial van het Jaar. Hij is voor zijn club speler, scorer, supporter, scheidsrechtercoördinator, maar vooral ook zelf scheidsrechter. Paul van Kimmenaede, Voorzitter van Onze Gezellen, mocht de prijs in ontvangst nemen voor de Vereniging van het jaar. Jos Peeters van de North Stars uit Amsterdam ontving de Slugger Award voor zijn inzet voor het G-Honkbal en Rieke Dirks ontving van Andy Houtkamp de naar zijn vader genoemde Nol Houtkamp Award voor al het werk dat ze de afgelopen 45 jaar heeft verzet voor de softbalsport.
Het mooiste moment van het congres was voor mij echter de uitreiking van de Leen Volkerijk Award. Een geëmotioneerde Bart Volkerijk reikte deze naar zijn vader vernoemde Award uit aan z’n voormalig Nederlands teammaatje Charles Urbanus, die na een imposante carrière als speler en coach dit jaar afscheid neemt van het honkbalveld. Deze Award wordt elk jaar uitgereikt aan een persoon die zich in het bijzonder heeft onderscheiden in de ontwikkeling van de sport, en in dit geval is dat zeker een understatement
Op de site van de KNBSB is per Award-winnaar een uitgebreide(re) motivatie terug te lezen.
Ook werden Fred van Groningen Schinkel en Robert Eenhoorn tijdens het congres geëerd en opgenomen in de Eregallerij van het Honkbal en Softbalmuseum. Ook voor deze heren is een uitgebreide toelichting te vinden op KNBSB.nl.
Al deze winnaars zijn een motivatie om toch vooral door te vechten en onze sport(en) nog niet als verloren te beschouwen. Maar de grootste motivatie hiervoor kwam voor mij op zondag, een dag na het congres dus. Want wat is het toch leuk om elke week weer op de Honkbalschool in de sporthal in Bussum met die 100+ kinderen bezig te zijn met waar het écht om gaat.
En voor wie de Honkbalschool in Bussum niet kent, dit is geen opleiding alleen maar voor talentjes, kinderen worden niet geselecteerd en het gaat niet alleen om het presteren, nee, het gaat vooral om het plezier in het spelletje en elke training je best doen en weer een klein beetje beter worden.
Die zondagen zijn met zes uur achter elkaar non-stop trainen soms best een onderneming, zeker als de wekker ‘s ochtends vroeg gaat, maar op de een of andere manier heeft het aan het eind van de dag meer energie opgeleverd dan dat het gekost heeft. Ik kan het iedereen die even de hoop dreigt te verliezen dan ook van harte aanraden!
Voor de liefhebbers zijn hier de foto’s van de Honkbalschool in Bussum van dit jaar terug te vinden.