Amsterdam, 30 september 2019 – Na het succes op het EK en de deceptie van het Olympisch Kwalificatie Toernooi staat er voor de Nederlandse honkballers dit jaar nóg een ander groot toernooi op het programma. Van 2 tot en met 17 november speelt het Nederlands Team namelijk de Premier12.

Sportief gezien is het een vervelend toernooi want er is voor Oranje weinig eer te behalen. Nou ja, eigenlijk juist het tegenovergestelde want het lijkt erop dat er alléén maar eer te behalen valt. Nederland kan zich op dit toernooi niet kwalificeren en voor Japan is er ook geen Olympische druk, maar dat is natuurlijk omdat zij gastland zijn van de Spelen in Tokio en daar dus automatisch voor geplaatst zijn. Maar voor de tien andere landen staat er wél meer op het spel want voor hen is de Premier 12 de eerste kans op kwalificatie voor de Olympische Spelen.

Voor de regio die de ‘Americas’ genoemd wordt, en voor de regio Azië en Oceanië hebben we eigenlijk te maken met een toernooi binnen een toernooi. De Verenigde Staten, Cuba, Mexico, Venezuela, Canada, Puerto Rico en de Dominicaanse Republiek spelen om één Olympisch startbewijs. Voor Zuid-Korea, Taiwan en Australië geldt dat ook, maar dan moeten ze wel bij de eerste zes eindigen, en dat is gezien de sterke bezetting van het toernooi nog helemaal geen zekerheid.

Daarin ligt verscholen ook meteen een heel klein extra kansje op een kansje voor Nederland want als die drie landen er niet in slagen bij de eerste zes te komen op dit toernooi dan zijn er op het Final Qualifying Tournament in maart in Taiwan niet één, maar twee Olympische tickets te verdienen.

Met al die verschillende belangen en uitgangspunten lijkt het dus een heel raar toernooi te worden. Daarbij komt dat de eerste ronde van het toernooi in Mexico, Zuid-Korea en Taiwan gespeeld wordt. Er zijn dus drie landen die voor een thuispubliek mogen gaan proberen zich te kwalificeren voor de volgende ronde. De drie landen die voor het Azië-Oceanië ticket spelen had de organisatie in de eerste ronde nog uit elkaar kunnen houden, maar Australië en Zuid-Korea zijn in dezelfde poule ingedeeld en spelen hun eerste wedstrijden in Seoul.

Sportief lijkt er voor Nederland dus weinig te halen te zijn, maar ook voordat het financieel een aantrekkelijk toernooi wordt voor de KNBSB moet er nog veel gebeuren. Heel veel. Heel. erg. veel.

In december vorig jaar kondigde de WBSC aan dat de Premier12 een grotere prijzenpot zou hebben dan in 2015, en eind augustus werden de exacte bedragen bekendgemaakt. En het klopt dat er meer verdiend kan worden dan vier jaar geleden, maar of de KNBSB een nieuwe tegenvaller op de begroting kan voorkomen is nog maar de vraag.

Goed om te weten is dat in de Begroting Nationale teams en opleidingen Honkbal & Softbal 2019 rekening wordt gehouden met een inkomstenpost van € 175.000 voor deelname aan het WPT en de Premier12. Daarbij is het redelijk veilig om aan te nemen dat dat geld niet uit Rotterdam is gekomen dit jaar. Ook moet er rekening worden gehouden met een afdracht van 50% van de inkomsten aan de spelers. Dat is overigens geen keus van de bond, en het is ook geen eis van de spelers, maar een regel van de WBSC.

In mijn verslag van het KNBSB-congres vorig jaar schreef ik daar nog het volgende over: “Ik had altijd begrepen dat de WBSC als regel had opgenomen dat 50% van die inkomsten voor de spelers is, maar Remko de Bie, de Penningmeester van de bond, wist te vertellen dat het anders zit. Dat percentage is namelijk het maximum dat uitgekeerd mag worden aan de spelers.”

Maar dat lijkt toch niet te kloppen want op de site van de WBSC staat nu in niet mis te verstane woorden “As per WBSC guidelines, a minimum of 50 percent of a team’s prize money is to be distributed equally among the players on the 28-man roster.”

De KNBSB moet het dus doen met maximaal de helft van het verdiende prijzengeld. Hieronder een overzicht van hoe het prijzengeld dit jaar verdeeld zal gaan worden, en wat daar uiteindelijk van bij de bond zal belanden.

Daarbij ligt er $10.000 klaar voor de winnaar van elke wedstrijd in de eerste ronde, $20.000 voor alle eerste plaatsen in de eerste ronde, en daarna nog $20.000 per gewonnen wedstrijd in de ‘Super Ronde’.

Nederland staat op dit moment 8ste op de wereldranglijst van de WBSC en is ingedeeld in een poule met de Verenigde Staten, de Dominicaanse Republiek en met gastland Mexico. De VS staan 2e en Mexico is terug te vinden op de 6e plek. Alleen de Dominicaanse Republiek is met een 12e positie op papier slechter dan Nederland.

Dat papier is overigens bitter weinig waard. Niet alleen omdat honkbal gewoon op een veld gespeeld wordt, maar ook omdat de ranking van de landen mede bepaald wordt door resultaten van jeugdtoernooien. Daarbij komt ook dat de basis voor 8ste plek voor Nederland gelegd is op de WBC van 2017 waar wij, maar de rest van de landen ook, de beschikking hadden over heel wat MLB-spelers die niet zullen (mogen) meedoen op de Premier12.

Je hoeft verder geen rekenwonder te zijn om te zien dat het met een begroting van €175.000 noodzakelijk is om minimaal op een vijfde plek te eindigen. Met een zesde plek is het gat misschien nog wel te overzien, maar als de tweede ronde niet gehaald wordt hebben we wéér te maken met een enorm gat in de begroting van de topsport.

En deze keer kan echt niemand zeggen dat ze het niet hebben zien aankomen. Een paar dagen voordat er gestemd ging worden over de begroting 2018 stelde ik in het stuk “Voor het bestuur maar tegen de begroting(en)” al “En moeten we wel naar de Premier 12 en daar een ton aan uitgeven als er een risico is dat we hier geld op gaan verliezen? Er is daar voor ons niets te winnen. “

Op 2 november a.s. is er wéér een KNBSB-Congres en wéér zal de bond de het congres vragen de begroting en het jaarplan goed te keuren. Ik ben benieuwd naar hoe de bond zich nu weer uit de dreigende financiële malaise redt, maar ook of het congres eindelijk wakker wordt en plannen én begrotingen die gebaseerd zijn op hete lucht ook daadwerkelijk af zal keuren.

Voor nu is het nog even wachten op de financiële stukken die ongetwijfeld voor 2 november gedeeld zullen worden. En ondertussen doen alle honkballiefhebbers in Nederland er verstandig aan heel, heel hard te duimen voor het Nederlands Team. Want of het nu verstandig is of niet, ik zie ze niet meer uit zichzelf en vóór het KNBSB-congres de trip naar Mexico afzeggen.

Het enige dat er dan dus voor ze op zit is héél goed spelen. En doe het dan maar meteen ook héél, héél, héél goed, want dat OKT in maart 2020 in Taiwan zal ook niet gratis zijn.