18 april 2024
  • 11:02 Honkbal, zoals het hoorde
  • 13:35 San Marino bedenkt zich op de valreep en schrijft in voor Serie A 2023
  • 11:29 Italiaans honkbal verliest kampioensclub, maar krijgt 5 miljoen van NOC
  • 00:48 Mike Piazza haalt 2 Major League pitchers voor Azzurri bij WBC 2023
  • 19:53 Amerikaanse coaches gaan Italiaans honkbal verder ontwikkelen richting WBC 2023

Amsterdam, 5 juni 2021 – Honkbal is de mooiste sport die er bestaat, daar ben ik heilig van overtuigd. Maar ik geloof ook dat er ruimte is voor verbetering, niet alleen bij de promotie voor de sport of in de competitieopzet, maar ook in hoe de sport gespeeld wordt.

In dit stuk focus ik me even op de snelheid van het spel en laat ik de discussie over de totale hoeveelheid tijd die we aan wedstrijden spenderen even links liggen. Even niet over 1, 2 of 3 wedstrijden per week dus, en ook niet over het al dan niet inkorten van de voorbereiding en/of de wedstrijd. Dit stuk gaat dus over de zogenaamde speed-up-rules.

Om te beginnen, of je het nu leuk vindt of niet, denk ik dat we in Nederland niet onze eigen regels moeten gaan verzinnen. Natuurlijk hebben we primair te maken met de Nederlandse situatie, maar voor de herkenbaarheid van de sport én de internationale aansluiting wil je de regels zoveel mogelijk gelijk houden aan de regels die in andere landen gehanteerd worden. Prima als we zelf bepalen hoe onze competitieopzet eruit ziet, maar het spelletje zoals wij dat hier spelen moet hetzelfde zijn als in de rest van de wereld. Dus ook als in de MLB en in de andere profcompetities en de internationale toernooien.

Het gevolg daarvan is dat we in Nederland wel opgezadeld worden met nieuwe regels die een oplossing zijn voor een probleem in Amerika waar wij in Nederland niet noodzakelijkerwijs ook last van hebben. Of in ieder geval niet in dezelfde mate. Zo besloot de MLB in 2013 dat het voor een rechtshandige werper niet meer is toegestaan om met het eerste en derde honk bezet een fake pick-off naar het derde honk te maken om dan vervolgens de honkloper tussen het eerste en tweede honk te kunnen uitgooien. Uit dit stuk uit de New York Times blijkt dat er wat deze pick-off-move betreft in de MLB sowieso al niet een echt probleem was en dat zal in Nederland niet anders geweest zijn. Maar toch zijn we toen ook meegegaan in deze aanpassing van de regels.

Deze aanpassing had ook in de MLB dus weinig gevolgen. De move mocht vanaf 2013 niet meer gemaakt worden, maar omdat ie toch eigenlijk nooit werkte heeft dit sindsdien alleen maar een heel, heel, klein beetje tijd gescheeld en het verloop van de wedstrijden niet veranderd.

Maar nu zitten er rondom de pick-off weer nieuwe regels aan te komen. In de Minor Leagues wordt er sinds dit jaar in ieder geval druk mee getest. De eerste nieuwe regel is dat ook een linkshandige werper eerst moet afstappen voordat hij een pick-off naar het eerste honk gooit. Op het moment dat de lefty z’n rechter been optilt weet de honkloper dus dat de bal naar thuis gaat en dat het geen pick-off meer gaat worden.

De tweede regel betreft het aantal pick-offs dat gedaan mag worden. Nu is het zo dat een werper eindeloos richting het eerste honk kan blijven gooien om de honkloper kort te houden, of ‘m eraf te picken. De nieuwe regel zet daar een maximum op. Per slagbeurt mag er maximaal twee keer een pick-off gegooid worden, of afgestapt worden. Kan de honkloper na deze twee keer onbezorgd zes meter van het honk gaan staan? Nee, de werper mag ook een derde keer afstappen en een pick-off gooien, maar de honkloper moet dan wel uitgegooid worden. Is dat niet het geval dan moet de scheidsrechter ‘schijn’ callen en krijgt de honkloper automatisch het tweede honk. En omdat het schijn is zullen ook eventuele andere honklopers een honk doorschuiven. Dat is wel zo relevant omdat zeker in 1-3-situaties pick-offs naar het eerste honk nogal vaak, en vaak achter elkaar, voorkomen. Een onsuccesvolle derde poging levert dus meteen een punt op voor de tegenstander.

Het doel van het aanpassen van de pick-off regels is het brengen van meer actie in de wedstrijden. En voor de Major League moet je eigenlijk terugbrengen zeggen want er worden jaarlijks steeds minder honken gestolen. Als je kijkt naar het tempo dit jaar en dat van 10 jaar geleden zou je aan het eind van dit seizoen uitkomen op een verschil van 1.000 gestolen honken, minder dus dan in 2011.

In de Minor Leagues waar de nieuwe regels getest worden zie je nu iets heel anders. Het aantal gestolen honken per wedstrijd is dit jaar juist 75%(!) gestegen ten opzichte van 2019 (vorig jaar werd er a.g.v. corona niet gespeeld in de Minors). Dit percentage komt overeen met een test die in 2019 gedaan werd in de Atlantic League. Dit is een ‘partner league’ van de MLB waar vaker mee getest wordt, bijvoorbeeld met robo-umps, maar daarover misschien later meer.

In de Atlantic League dus werd in 2019 in de eerste helft van het seizoen gespeeld met de oude regels en in de tweede helft met de nieuwe regels. In de eerste helft waren er gemiddeld per team per wedstrijd 1,02 steelpogingen en in de tweede helft steeg dat aantal naar 1,73 per wedstrijd.

It was like watching a track meet some nights, it really was” zei Mark Mason, manager van de New York Revolution in een stuk op de sportwebsite The Athletic.

In dat stuk staan nog veel meer cijfers en vergelijkingen waaruit blijkt dat de aanpassingen een behoorlijke impact hebben. Omdat het doel van deze test uiteindelijk is de regels naar de MLB te brengen is het goed om te kijken naar de uitgangspositie in de MLB ten opzichte van de Atlantic League. In de MLB ligt het aantal steelpogingen met 0,61 per team per wedstrijd namelijk al aanmerkelijk lager dan de 1,02 in de Atlantic League. Je zou dus kunnen zeggen dat ze deze nieuwe regels in de MLB heel hard nodig hebben.

Als die regels straks geïmplementeerd gaan worden in de MLB zullen we daar in de Hoofdklasse waarschijnlijk ook mee te maken krijgen. En daarmee importeren we een oplossing voor een probleem dat er in Nederland helemaal niet lijkt te zijn. Want als je de Amerikaanse manager uit de Atlantic League mag geloven dan is de Nederlandse Hoofdklasse al een “track meet”! In 2020 werd er in de Hoofdklasse gemiddeld per team per wedstrijd 1,70 keer een poging gedaan een honk te stelen en in 2019 was dat zelfs 1,76 keer. Daarmee zit de Nederlands Hoofdklasse met de ‘oude regels’ dus nu al op het niveau van de Atlantic League met de nieuwe regels.

En daar waar het aantal pogingen in de MLB jaar na jaar lager wordt hebben we in de Hoofdklasse een tegenovergestelde beweging gezien. Ik heb voor de vergelijking gekeken naar 2010 en in dat jaar lag het aantal steelpogingen per team per wedstrijd op 1,35. Vorig jaar was dat met 1,70 dus ruim 26% hoger en als je kijkt naar 2019 ligt dat percentage zelfs net boven de 30%.

Overigens speelt er in Nederland nog iets anders mee, en dat is het pijnlijke niveauverschil tussen de teams. Want als je bijvoorbeeld kijkt naar het aantal pogingen per wedstrijd dat Curaçao Neptunus en L&D Amsterdam in 2020 dan ligt dat gemiddeld op 2,36 en voor de rest ligt dat aantal op 1,49 pogingen. De getallen voor 2019 zijn vergelijkbaar. Ook in 2010 hadden deze twee teams al een voorsprong op de rest, maar was het verschil tussen 1,53 voor de Top-2 en de 1,30 voor de rest wel een stuk kleiner. Hieronder de staatjes van de drie jaren die ik gebruikt heb.

Seizoen 2020
sb/g
att/g
Curaçao Neptunus 2,14 2,72
L&D Amsterdam 1,73 2,00
Neptunus + Amsterdam 1,93 2,36
DSS/Kinheim 0,53 0,80
HCAW 0,83 1,52
Hoofddorp Pioniers 1,07 1,57
Quick Amersfoort 1,17 1,73
Silicon Storks 1,24 1,66
Twins 0,90 1,66
rest 0,95 1,49
Totaal
1,20
1,70
Seizoen 2019
sb/g
att/g
Curaçao Neptunus 2,02 2,52
L&D Amsterdam 1,88 2,25
Neptunus + Amsterdam 1,95 2,38
DSS 0,91 1,35
HCAW 1,82 2,36
Hoofddorp Pioniers 1,16 1,51
Kinheim 2,00 2,20
Quick Amersfoort 1,60 1,89
Silicon Storks 0,35 0,59
Twins 1,07 1,56
rest 1,14 1,53
Totaal
1,36
1,76
Seizoen 2010
sb/g
att/g
DOOR Neptunus 1,55 1,98
L&D Amsterdam 0,75 1,06
Neptunus + Amsterdam 1,15 1,51
ADO 0,77 1,31
Almere Magpies 0,71 1,19
Corendon Kinheim 1,00 1,36
Pioniers 1,09 1,51
Mr. Cocker HCAW 0,80 1,16
Sparta/Feyenoord 0,87 1,60
UVV 0,33 0,67
rest 0,86 1,34
Totaal
0,93
1,38

Wat het effect van deze nieuwe regels op de Nederlandse Hoofdklasse gaat zijn vind ik op basis van deze cijfers erg moeilijk om in te schatten. We zitten al veel hoger dan in de MLB en ook dan de Minor Leagues, kun je er dan vanuit gaan dat je dan toch ook een stijging van meer dan 70% gaat krijgen? Ik vraag het me af.

Met de aanpassing van de regels in het voordeel van de lopers kun je er vanuit gaan dat de kans dus groter wordt dat je succesvol een honk steelt, en dat lijdt in de Minor Leagues dit jaar dus overduidelijk tot meer pogingen. Coaches kijken daarbij naar de slagingskans en het grappige is dat deze slagingskans de laatste jaren in de MLB sowieso al steeds groter is geworden. Vorig jaar was 75,2% van de pogingen succesvol, tot half mei van dit jaar was dat zelfs 76,9%. Ter vergelijking, in de jaren ’60 lag dit percentage tussen 62% en 68% en in de eerste 20 jaar van deze eeuw lag het percentage tussen de 58% en 74%.

Dat de slagingskans al omhoog aan het gaan is in de Major Leauge heeft volgens een ander stuk in The Athletic een aantal aanwijsbare oorzaken. De eerste daarvan is het groeiende aantal curveballen dat gegooid wordt, en niet alleen aan het eind, maar steeds vaker ook aan het begin van de slagbeurt. Daarbij blijken de MLB-teams ook steeds succesvoller in het voorspellen wanneer er een curve gegooid gaat worden (ook zonder vuilnisbaksignaal), en op een langzamere bal is het nu een maal makkelijker stelen dan op een harder gegooide bal. De tweede reden is dat catchers meer dan ooit ballen proberen te framen en daar dan ook de nodige tijd in steken, en dat kan dan bij een steelpoging dan weer net te teveel tijd zijn. De derde reden is dat werpers steeds meer focussen op drie slag gooien en daarmee minder met de honkloper bezig zijn en teveel tijd nemen om naar thuis te gooien. Last-but-not-least is de afname van het aantal keer dat er hit-and-run wordt gespeeld. Je ziet het haast niet meer, maar vroegâh was het juist een manier om een mindere honkloper toch naar het tweede, en wellicht zelfs derde honk te krijgen. Als dat dan mis ging, en de slagman sloeg mis (of niet) was de honkloper vaak kansloos bij zijn steelpoging. O ja, en deze laatste heeft ook nog het gevolg dat er steeds minder pitch-outs gegooid worden en de catcher het zichzelf dus ook niet een aantal keer per seizoen makkelijker kan maken.

De enige vraag die nu nog overblijft is hoe hoog dat succespercentage moet zijn voor een coach om honklopers meer te laten stelen. Algemeen wordt aangenomen dat dit percentage in de MLB rond de 75% ligt. Als je daar gemiddeld drie van de vier keer succesvol een honk kan stelen zullen die gestolen honken uiteindelijk meer punten opleveren dan dat die ene mislukte poging punten kost. Het kat-en-muis-spel tussen werper en honkloper zal zich rond dat percentage afspelen want als dit hoger wordt zullen werpers zich toch echt weer meer met de honklopers gaan bemoeien.

Waar dat percentage in de Nederlandse Hoofdklasse precies ligt weet ik niet, maar het lijkt erop dat dit niet heel erg anders is dan in de MLB. Ik heb daarvoor weer dezelfde drie jaar bekeken, 2010, 2019 en 2020. De steekproef is daarmee wel veel kleiner dan waar ze in de MLB gebruik van kunnen maken, dus er zullen wat uitschieters tussen zitten. Overall kun je wel zeggen dat de teams met de meeste gestolen honken óók de hoogste slagingskans hebben én dat deze slagingskans boven die 75% ligt.

Seizoen 2020
sb
att
%
Curaçao Neptunus 62 79 78,5%
L&D Amsterdam 52 60 86,7%
Silicon Storks 36 48 75,0%
Quick Amersfoort 35 52 67,3%
Hoofddorp Pioniers 32 47 68,1%
Twins 26 48 54,2%
HCAW 24 44 54,5%
DSS/Kinheim 16 24 66,7%
Totaal
283
402
70,4%
Seizoen 2019
sb
att
%
Curaçao Neptunus 105 131 80,2%
L&D Amsterdam 98 117 83,8%
HCAW 82 106 77,4%
Quick Amersfoort 75 89 84,3%
Hoofddorp Pioniers 52 68 76,5%
DSS 49 73 67,1%
Twins 48 70 68,6%
Silicon Storks 18 30 60,0%
Kinheim 10 11 90,9%
Totaal
537
695
77,3%
Seizoen 2010
sb
att
%
DOOR Neptunus 79 101 78,2%
Pioniers 49 68 72,1%
Corendon Kinheim 45 61 73,8%
Mr. Cocker HCAW 44 64 68,8%
L&D Amsterdam 39 55 70,9%
Sparta/Feyenoord 39 72 54,2%
ADO 37 63 58,7%
Almere Magpies 37 62 59,7%
UVV 1 2 50,0%
Totaal
370
548
67,5%

Wat opvalt is dat dus ook hier in Nederland, net als in de MLB, de slagingskans het afgelopen decennium groter is geworden.

Die nieuwe pick-off-regels zijn in Nederland dus helemaal niet nodig, maar als ze er in de MLB mee gaan spelen dan zullen we niet lang daarna waarschijnlijk ook hier en in de rest van de wereld ons aan deze nieuwe regels moeten houden.

Wat de impact op het spel hier zal zijn durf ik niet goed te voorspellen. Het kan best zo zijn dat het weinig verschil gaat maken omdat we in Nederland toch al relatief vaak én succesvol honken stelen.

Maar er is nog één mogelijke aanpassing ter bevordering van honkenstelen waar in de Minor Leagues mee getest wordt en dat is het groter maken van de honken. Nu zijn die 15 inches breed en er wordt getest met honken die 18 inches groot zijn. De honken komen daarmee een fractie dichter bij elkaar te liggen en de honkloper heeft iets meer ruimte op een eventuele tik te kunnen ontwijken.

Omdat we deze regels in Nederland sowieso niet echt nodig hebben hoop ik dat deze laatste test het niet gaat redden. Leuk die grotere honken, maar dat gaat in Nederland, en over de hele wereld, enorm veel geld en gedoe kosten, voor eigenlijk niets.

Voor wat betreft de pick-off-regels zijn er in Amerika ook wel wat sceptici, en daaronder ook een aantal ex-MLB’ers die ‘the art of base stealing‘ niet willen verkwanselen door nieuwe regels door te voeren die het stelen makkelijker maken. Voor Nederland zijn die nieuwe regels niet nodig want ze lossen een probleem op dat we niet hebben. Het probleem dat we wél hebben is veel te weinig honkballers in de breedtesport, maar ook mogen er wel wat meer spelers doorstromen naar de Hoofdklasse.

Ik sluit dit stuk dan ook af met drie staatjes, weer van dezelfde drie jaren, maar nu niet van de teams, maar van de Top-3 beste honkstelers.

Seizoen 2020
sb
att
%
HENRIQUE Roelie, AMS 17 19 89,5%
KEMP Dwayne, NEP 16 19 84,2%
LEONORA Dudley, NEP 10 10 100,0%
Seizoen 2019
sb
att
%
KEMP Dwayne, NEP 27 31 87,1%
WIJST vd Oliver, HCA 24 27 88,9%
HENRIQUE Roelie, AMS 21 23 91,3%
Seizoen 2010
sb
att
%
KEMP Dwayne, NEP 24 26 92,3%
HENRIQUE Roeland jr, AMS 20 26 76,9%
DAANTJI Shaldimar, NEP 17 18 94,4%

Heel veel respect voor deze mannen natuurlijk, maar waar blijft die nieuwe lichting?

 

Ronald Bouwman

RELATED ARTICLES