28 maart 2024
  • 11:02 Honkbal, zoals het hoorde
  • 13:35 San Marino bedenkt zich op de valreep en schrijft in voor Serie A 2023
  • 11:29 Italiaans honkbal verliest kampioensclub, maar krijgt 5 miljoen van NOC
  • 00:48 Mike Piazza haalt 2 Major League pitchers voor Azzurri bij WBC 2023
  • 19:53 Amerikaanse coaches gaan Italiaans honkbal verder ontwikkelen richting WBC 2023

Amsterdam, 5 mei 2016 – De afgelopen periode zijn er nogal wat mensen over de KNBSB heen gevallen. Ik ben er daar één van. Er gaat dan ook het nodige fout bij de bond, ook in het dossier van de ELB.

Maar dat er dingen fout gaan, heel erg fout, verschrikkelijk fout zelfs, dat betekent nog niet dat de KNBSB geen gegronde redenen heeft om tegen de ELB te zijn. Veel mensen hebben hier maar weinig begrip voor en ergeren zich aan de opstelling van de bond. Dat laatste geldt voor mij ook, maar ik zal toch een poging wagen uit te leggen waar de weerstand tegen de ELB vandaan komt.

Op 8 mei 2015, bijna een jaar geleden, verraste Neptunus en Pioniers de Nederlandse honkbalwereld door aan te kondigen dat zij aan de wieg stonden van de European Association of Professional Baseball. Deze nieuwe Europese bond was speciaal opgericht om een nieuwe competitie, de Euro League Baseball mogelijk te maken.

In de maanden daarvoor was de bond druk geweest met het organiseren van clusterbijeenkomsten en thema-avonden. Clubs, bestuurders en leden, werd gevraagd en de ruimte geboden mee te denken én te praten over de sport aantrekkelijker maken. Deze bijeenkomsten waren een gevolg van een grote clash tussen de bond en de tegenstanders van de ingrijpende plannen die de Kolom Breedtesport eind 2014 gepresenteerd had. Bij geen van de daarna georganiseerde bijeenkomsten heeft Neptunus en/of Pioniers aangegeven dat een Europese competitie misschien goed zou zijn voor honkbal in Nederland. Ook Pirates heeft dat toen niet ingebracht, dat weet ik zeker, ik was namelijk zelf aanwezig bij de bijeenkomst voor ‘mijn’ regio die nota bene bij Pirates georganiseerd was.

Zonder overleg met de bond was er dus ineens een nieuwe Europese competitie waar twee Nederlandse clubs aan zouden deelnemen, een profcompetitie zelfs. Het ging een jaar geleden ook niet over 12 wedstrijden maar nog over 36 wedstrijden. 36 wedstrijden in de periode dat er ook een nationale competitie moet worden gespeeld, er een Honkbalweek gepland is, er Europacup verplichtingen zijn, én er een EK moet worden afgewerkt. Dat heeft natuurlijk een aanzienlijke impact.

De clubs die in de ELB gaan spelen moeten een behoorlijk grote pitchingstaff hebben om al deze wedstrijden een beetje goed door te komen. Er zullen ook spelers zijn voor wie drie wedstrijden per week, de huidige Hoofdklasse competitie, al veel is, en dus niet meer bij deze teams willen of kunnen spelen als drie wedstrijden vijf, zes of zeven wedstrijden worden. Het risico op een grote spelerstombola bij de volgende overschrijvingsperiode is enorm.

Ervan uitgaande dat de nieuwe Europese competitie een succes wordt en er in Nederland inderdaad twee teams ontstaan met (semi)profs betekent dat dat het krachtsverschil tussen deze clubs en de andere teams in de Hoofdklasse veel te groot wordt om nog een normale competitie te kunnen spelen.

Dat het krachtsverschil te groot is zeggen we nu eigenlijk ook al over de Top-4, en dat is dus zonder de ELB. Dat is bijvoorbeeld ook de reden waarom er vorig jaar al een werkgroep is opgericht waarin vertegenwoordigers van de Hoofdklasse clubs praten over een verbeterde competitie-opzet. Het nog sterker maken van twee teams zal daar geen onderdeel vanuit maken.

Terug naar de ELB en de twee of drie clubs die door deze ELB zijn gevraagd in te stappen. De KNBSB heeft een verantwoordelijkheid voor alle clubs in Nederland. Wat hebben die andere 170+ clubs aan de ELB? Waar zit hun voordeel? Hoe gaan zij mee profiteren?

Een week na de aankondiging van de oprichting van de ELB verscheen op de Nederlandse Honkbalsite een uitgebreid stuk met daarin het plan. In de voor alle honkballiefhebbers bekende film Field of dreams was het plan “If you build it, they will come“. Bij de ELB was het plan “Uiteindelijk moet het einddoel worden, dat we de sport meer elan gaan geven en dat we op meerdere fronten tot een verbetering gaan komen. Dat zal een hele puzzel worden, maar als iedereen erin gelooft, dan passen de puzzelstukjes vanzelf.”. Kortom, “If you build it, they will come“. Er wordt een heel mooi einddoel bepaald, maar hoe dat punt bereikt moet worden wordt in het midden gelaten. Dat kan je doen als je alleen je eigen maisveld gebruikt, maar als je ook dat van de buren nodig hebt is het andere koek.

Vier, voor de buitenwereld stille, maanden later volgt ineens de mededeling dat niet Pioniers maar Pirates de tweede club in de ELB zal zijn. Weer zes weken later kwam het bericht dat de Europese competitie definitief van start zou gaan, maar dat het schema teruggebracht zou worden tot 18 wedstrijden.

Let wel: In de statuten van de KNBSB (artikel 5.3) opgemaakt op 29 september 2014, stond en staat “Zonder vooraf verkregen toestemming van de KNBSB is het organiseren van en het spelen van honkbal- en softbalteams van niet bij de KNBSB aangesloten Nederlandse organisaties dan wel buitenlandse organisaties verboden“. Deze regels zijn voor en door alle clubs samen opgesteld en goed bevonden, ook door Pioniers, Neptunus en Pirates. Het verbod was er dus al voordat de ELB er was, en is niet specifiek bedoeld om de ELB dwars te zitten. Het had de betreffende clubs gesierd om tijdens al die mogelijke overlegmomenten die er zijn tussen de bond en de clubs dit al eerder aan te kaarten, in plaats van de ELB de kastanjes uit het vuur te laten halen.

Aan de andere kant heb ik een groot zwak voor alle voorstanders van de ELB, de mensen die ik hier al zo vaak tegen me in het harnas heb gejaagd. Het zijn veelal echte honkballiefhebbers en denken daarbij in kansen en oplossingen, niet in problemen. Optimisten.

Dat er volgens de ELB alleen maar van start gegaan kan worden als er een hoofdsponsor is is inmiddels achterhaald. Er wordt gewoon gestart zonder sponsor. 36 wedstrijden niet haalbaar? Dan doen we er 18. Dat ook een beetje veel? Dan doen we er 12. Geen toestemming voor Nederlandse clubs? Dan maar individuele spelers vragen. Geen internationals? Dan vragen we andere clubs om spelers af te staan. Geen geld om spelers te betalen? Dan spelen ze gratis.

En wat voor recht van spreken heeft de KNBSB nou? Wat hebben zij de laatste jaren gedaan om het Nederlandse honkbal vooruit te helpen? Wat hebben zij gedaan om honkbal weer populair te maken? Wat is er allemaal gedaan om te kapitaliseren op de in het oog springende successen van het Nederlands Team de afgelopen jaren?

Hele terechte vragen, maar ik ben bang dat de bijbehorende antwoorden de voorstanders van de ELB niet zullen aanstaan. Ok, er gaat veel fout, maar de KNBSB probeert de laatste jaren ook héél veel. Helaas blijkt alleen keer op keer dat de clubs en de leden niet betrokken genoeg zijn om op te komen dagen op momenten dat er mogelijkheid is tot inspraak. In april en oktober vorig jaar, na de zoveelste mislukte pogingen van de bond, schreef ik daar al over.

Iedereen heeft wat mij betreft recht op zijn of haar mening. Ook de voorstanders van de ELB die op Facebook los gaan op de KNBSB. Maar het zou het allemaal veel sterker maken als al deze mensen ook daadwerkelijk iets bijdragen aan de oplossing. Dus wél naar de bijeenkomsten komen, of desnoods bestuurders van hun club aanspreken op die verantwoordelijkheid. Wel meepraten en meedenken dus, en niet klagen achteraf als je het niet eens bent met wat er gebeurt, maar vooraf mee bepalen. De bond vraagt, nee, smeekt daarom, keer op keer.

Ik begon dit stuk met de opmerking dat er heel veel fout gaat bij de KNBSB. Tenenkrommend soms. Maar bij de ELB geldt dat net zo. Beide partijen schitteren in dramatische communicatie en slechte beslissingen. Dat het nu zover gekomen is kun je zowel de ELB als de KNBSB verwijten.

Wat overblijft is een beroerde verstandhouding waarbinnen de ELB nu de KNBSB vraagt mee te werken, op basis van een luchtkasteel en niets dat lijkt op een plan. Het onvermijdelijke afwijzende antwoord vloeit voort uit de verantwoordelijkheid van de KNBSB voor het hele Nederlandse honkbal. Ze kunnen niet anders. Wij verwachten ook van onze bestuurders dat ze plannen beoordelen op hun haalbaarheid. Dat geldt in de politiek, maar ook in de sportwereld. “Iedereen moet twee keer zoveel verdienen en de helft minder werken!” Iedereen is voor, maar hoe gaan we dat organiseren? “Er moet een Europese competitie komen op hoog niveau, met profhonkballers, sponsors en publiek.” Iedereen is voor, maar hoe gaan we dat organiseren?

Het verdrietige in het hele verhaal is dat beide partijen het beste met het Nederlandse honkbal voor hebben en daar ook mee aan de slag willen. De KNBSB zou het enthousiasme en optimisme van de ELB ook goed kunnen gebruiken. Maar ook dan geldt nog steeds dat een paar medewerkers en bestuurders het niet alleen kunnen doen. Wij, de leden en de clubs moeten bewegen en in actie komen. En dat is meer dan je mening geven op Facebook of klaagmailtjes sturen naar het bondsbureau.

En wat nu?
Inmiddels is het ‘gevaar’ van de ELB voor de Hoofdklasse in het seizoen 2016 gereduceerd tot nul. Omdat er geen overschrijvingen meer mogelijk zijn is er geen sprake van de ongewenste aanzuigende werking waar de KNBSB bang voor was. Het wedstrijdschema stelt niet veel meer voor waardoor de mogelijkheid tot competitievervalsing minimaal is. Daarbij heeft Pirates ook aangegeven het belang van de nationale competitie boven die van de Europese competitie te stellen. De gedoogsituatie voor de spelers hoef je dus niet meer terug te draaien. Pirates, Team Amsterdam voor de vorm, speelt wat extra oefenwedstrijden en krijgt daarvoor de hulp van een aantal oud-gedienden en spelers van andere clubs die het leuk vinden om hier nog even aan mee te doen. De werpersstaff was eigenlijk toch al iets te breed voor de reguliere competitie, omdat er rekening is gehouden met de Europa Cup. Op deze manier kan er ook door het surplus aan werpers  wat extra innings gemaakt worden. Wat je daarna aan armen tekort komt wordt dus opgelost door spelers uit andere teams. Je zou alsnog ook de officials moeten gedogen, dat is nu een schuine situatie, maar na twee brieven met dreigen met sancties ligt dat niet voor de hand. Dit 2016 scenario lijkt alleen in niets meer op het plan voor de Europese profcompetitie dat een jaar geleden met veel bombarie gepresenteerd is.

Dus wat moet er dan volgend jaar gebeuren?
Je kan de ELB héél veel verwijten, maar ze hebben het wel voor elkaar gekregen dat de Duitse, Franse en Tjechische bond schriftelijk hun goedkeuring hebben gegeven aan de ELB. De Spaanse bond en de Italiaanse bond zijn ook voorstanders maar hebben vooralsnog alleen nog maar mondeling akkoord gegeven. Misschien moet de oplossing voor volgend jaar dus uit Europa komen. Deze bonden zijn verenigd onder de paraplu van de CEB. Laat de CEB, al dan niet geholpen door de ELB, een plan bedenken hoe een Europese competitie volgend jaar ingepast kan worden in de nationale competities.

Ik vind dat de KNBSB daar over mee zou moeten praten, omdat ze nu eenmaal onderdeel uitmaken van de CEB. Ze zijn het dus verplicht aan hun Europese collega’s, zelfs als ze tegen de ELB zijn. Dat betekent overigens niet dat ik er ook bij voorbaat vanuit ga dat die Europese competitie op deze manier wel kans van slagen heeft. Want wat we een beetje aan het vergeten zijn in deze discussie is het waarom we dit zouden moeten willen.

Het probleem in het Nederlandse honkbal is namelijk niet dat we geen goede Europese competitie hebben. Volgens mij zouden we eerst andere vragen moeten stellen. Hoe krijgen we onze sport weer aantrekkelijk voor de jeugd? Hoe stoppen we de uitstroom bij de senioren? Hoe krijgen we het publiek weer naar de velden? Hoe krijgen we de media en de sponsors geïnteresseerd?

En dat zijn nou net de vragen die we vorig jaar samen met de clubs, leden en de bond tijdens al die bijeenkomsten geprobeerd hebben te beantwoorden. Er is toen niemand, NIEMAND, geweest die heeft gedacht dat een Europese competitie een oplossing zou bieden.

Een Europese competitie zou een middel kunnen zijn, niet een doel. Iedere nationale bond moet zelf beslissen, bij voorkeur met de inbreng van veel clubs, leden en spelers, of dit middel een oplossing is voor het probleem in het eigen land. De ELB zal de KNBSB ervan moeten overtuigen dat hun competitie een bijdrage is aan een oplossing voor het ledenprobleem in Nederland. En als de KNBSB z’n rol serieus neemt dan is daar meer voor nodig dan het argument “If you build it, they will come“.

Ronald Bouwman

RELATED ARTICLES