Amsterdam, 16 oktober 2016 – Het was ook te mooi om waar te zijn. Tijdens de laatste Bondsraad werd tussen neus en lippen gemeld dat de kans aanwezig was dat zowel L&D Amsterdam als Neptunus zich kandidaat zouden stellen voor de organisatie van de European Champions Cup.

Het toernooi moet ook volgend jaar weer op twee velden gespeeld worden, dus het was de bedoeling dat de twee Nederlandse topclubs het dus ‘samen’ zouden gaan doen.

Nadat L&D Amsterdam net voor de Holland Series hoorde van de gesprekken tussen hun derdehonk coach en Neptunus, en de Rotterdamse club daarom beschuldigde van het breken van ongeschreven regels, leek het gezellig samenwerken al ver weg.

Dat is echter niet de reden waarom L&D Amsterdam nu besloten heeft zich toch niet kandidaat te stellen. Tijdens het Hoofdklasse Overleg werd gemeld dat de CEB zou hebben aangegeven dat de kans op toewijzing klein zou zijn omdat het toernooi niet op twee verschillende ondergronden gespeeld zou mogen worden.

In Amsterdam zal volgend jaar namelijk een kunstgrasveld liggen zodat het veld weer optimaal gebruikt kan worden, ook na een paar spatjes regen.

Naast Neptunus, dat zich wel wil inschrijven, is ook Regensburg kandidaat voor de organisatie. Beide teams spelen op een ‘normaal’ grasveld waardoor de kans dat L&D Amsterdam één van de twee steden zou worden dus uitgesloten zou zijn.

Ik had hier bijna een paar nare dingen over geschreven, want wat zou dat een ongelooflijk bureaucratische domme drogreden zijn, maar ik er eerst de regels van de CEB maar even bij gepakt.

In de regels is helemaal niets te vinden over de al dan niet verplichte ondergrond, laat staan dat de twee organiserende clubs op hetzelfde soort veld moeten spelen. Wel is er sinds afgelopen jaar een clausule opgenomen die het bonden verplicht een keuze te maken als er meer dan één club uit hetzelfde land zich kandidaat wil stellen.

“Federations of C.E.B. can only send one application per competition per year to C.E.B. If more than one club from a federation wants to apply for organizing the same C.E.B. competition in the same year, the federation has to decide itself which application is forwarded to C.E.B.”

Dit lijkt alweer een stuk logischer want op deze manier zorg je ervoor dat het honkbal evangelie over meerdere landen kan worden verspreid, tenslotte ook een taak van de CEB. Een toernooi zoals dit jaar in San Marino en Rimini is in de toekomst dan ook niet meer mogelijk.

Deze regel verklaart dus waarom de KNBSB maar één inschrijving kan doen. Het verklaart niet waarom de KNBSB hier kiest voor Neptunus en niet voor L&D Amsterdam.

Zullen ze verkeerd voorgelicht zijn door de CEB of de KNBSB of zal de CEB echt zo’n ongeschreven regel over de ondergrond hanteren, waardoor het dus voor L&D Amsterdam praktisch onmogelijk wordt ooit nog een dergelijk toernooi te organiseren?! Nah… dat zal toch niet?!